Dit keer geen bericht over geluk binnen de bebouwde kom, maar over ernstige ongelukken binnen de bebouwde kom. Over hypothetische ernstige ongevallen op een idyllisch voetgangerspad in een boomrijke omgeving.
Op mijn favoriete dagdroomroute, kwam ik afgelopen zomer steeds meer verkeersbordkunstwerken tegen. Het bekende voetgangersbord, van het grote poppetje met het kleine poppetje die wijdbeens en een zekere lijkstijfheid poseren voor hun mede-voetgangers, stond op verschillende plekken als mozaïek-uitvoering in mijn dagdroompark.
Iedere wandelbeurt was er weer een bord bijgekomen en alle wandelborden verschilden subtiel, sommige steentjes waren in de leesrichting gelegd, op het ene bord bestond het hoofd van de wandelmodellen uit een volmaakt ronde witte steen, terwijl de figuren op andere borden het moesten doen met doorgehakte hoofden. Deze guerillaborden spraken me zo aan, dat ik er serieus rekening mee hield dat een jolige wethouder op een succesvolle vrijdagmiddag genereus zijn handtekening zou zetten onder een voorstel dat alle nieuwe borden mozaïekkunstwerken moesten zijn.
Dit bleek blijmoedige naïviteit. Want toen ik Peter Vial - de maker van de borden, die met een subtiel stickertje op de achterkant van de borden had onthuld wie er achter dit verkeersbordenraadsel school - een mailtje stuurde om hem te bedanken voor de leuke opfleuractie van de buurt, kreeg ik van hem te horen dat het Stadsdeel overwoog de borden te verwijderen.
Inmiddels zijn de borden weg. Het verweer van het Stadsdeel houdt qua absurditeit en droogheid het midden tussen een Monty Python sketch en een opgave in een kruiswoordpuzzel.
Een bloemlezing: 'Iemand die van buiten komt, snapt niet wat de bedoeling is van het bord onder het verkeersbord. Het tweede bord fungeert als een onderbord van het verkeersbord en dat mag alleen een functie hebben om het verkeersbord nader uit te leggen.'
Hoewel mensen die 'van buiten' komen (mind you, niet de mensen die van 'binnen' komen, die zijn gezegend met hersens) geen flauw benul zullen hebben wat de bedoeling is van het mozaïeken bord, zie ik een eenvoudige oplossing: draai de borden om. Dan zullen de buitenmensen bij het zien van het nader uitleggende onderbord, direct de functie van het bord erboven snappen.
Het stadsdeel sluit niet uit dat er, vanwege de borden, ernstige ongelukken gebeuren op de wandelpaden. En mocht het slachtoffer naar de rechter stappen, en het ongeluk wijten aan de 'onduidelijke verkeersborden', dan zal hij in het gelijk worden gesteld, zo denkt de schrijver van het verweer van het Stadsdeel, die we misschien het beste nog een ghostwriter kunnen noemen. Persoonlijk denk ik dat de situatie er niet veel veiliger op geworden is, nu de borden weggehaald zijn. Uit de grond steken nu levensgevaarlijke scherpe ijzeren punten, palen waarop de 'levensgevaarlijke mozaieken verkeersborden' op bevestigd waren. Eén troost: mocht je je hand openhalen aan zo'n scherpe paal en een slagaderlijke bloeding oplopen, dan kun je aan 112 in ieder geval exact doorgeven waar je staat; op een voetgangerspad. Een echte!
Er is nog hoop: de borden zijn nog niet de mozaïekshredder ingegaan. Het Stadsdeel denkt erover de borden op 'informele' wandelpaden terug te plaatsen. Dat roept bij mij dan weer de vraag op hoe informeel wandelen eruit ziet. Hoef je dan niet als een mechanische militair te marcheren? Misschien moet het Stadsdeel dan maar grote aanhalingstekens naast aan het bord lassen. Want een 'voetgangerspad' is geen voetgangerspad, verwarring daarover kan levensgevaarlijke situaties opleveren!
Geluk binnen de bebouwde kom
maandag 17 oktober 2016
dinsdag 4 oktober 2016
No strings attached vrijwilligen
'Weet u misschien waar de Voedselbank is?' Die vraag stelde ik vijf jaar geleden aan een man op een groot industrieterrein. Ik ging een ochtend meedraaien als inpakker in de loods van de Voedselbank.
Het was mijn eerste activiteit bij Amsterdam Cares, een organisatie waarbij je flexibel kunt vrijwilligen. Amsterdam Cares hoort bij Nederland Cares, je kunt op verschillende plaatsen in Nederland freelance vrijwilligen. Op hun vrijwilligersagenda teken je in op een activiteit, bijvoorbeeld allochtonen leren fietsen, sjoelen met ouderen, converseren met anderstaligen, spelletjes doen met verstandelijk beperkten of helpen koken voor daklozen. Vervolgens kun je, zonder enige verwachting over een levenslang commitment, meehelpen bij de activiteit van jouw keuze. Als je het interessant vindt en als je het idee hebt dat je meer dan een symbolische bijdrage kunt leveren, dan kun terugkeren bij die activiteit, of jezelf tot 'regular' maken. Maar als je na afloop van de activiteit het gevoel hebt dat het 'in ieder geval toch nog wel aardig was dit eens geprobeerd te hebben', dan is er zeker geen vrijwilliger over boord. Dat is een geval 'volgende keer beter', bij een andere activiteit. Of helemaal geen volgende keer, want als freelance vrijwilliger zit je nergens aan vast.
Los van de standaardzinnen dat vrijwilligen zo goed voor de samenleving is, vind ik vrijwilligen voor mij persoonlijk ook erg verrijkend. Door Amsterdam Cares heb ik een kant van de maatschappij gezien die tot dan in de schaduw was gebleven. Vrijwilligen voelt vaak als een vakantie van een uur of drie, omdat de mensen en hun blikveld vaak zo verschillen van mijn vrienden en hun perspectief, dat je continu wordt verrast en uitgedaagd over het leven dat jij leidt na te denken.
Mijn twee meest bijzondere activiteiten:
Voedselbank
Meerdere keren heb ik als rader in de keten van de de menselijke voedselpakketinpakmachinerie gestaan. Machinerie omdat het het inpakritueel zo strak en geordend verloopt dat echte automaten het niet beter zouden doen. Bijzonder is dat te midden van deze door efficiency gevoedde inpakceremonie, er wél oog is voor de menselijke maat. Is een bepaald ingrediënt op? Dan wordt een vervangend ingrediënt uit de schappen getrokken. Daarbij letten de aanvoerders van de menselijke lopende band goed op of het wel combineert met de andere etenswaren in de krat, want een voedselpakket moet wel leuk en lekker zijn. Couscous en tomatensaus;, dat kan echt niet samen. Als er geen andere saus voor handen is, dan moet de couscous maar omgeruild worden voor pasta. Het is alsof de medewerkers van de voedselbank in vliegende vaart pakketten voor honderden goede vrienden samenstellen.
Tijdens het uitdelen van de pakketten is me duidelijk geworden dat afhankelijkheid van de voedselbank echt iedereen kan overkomen. Naast enkele zwaar verwaarloosde mensen, komen er ook hippe dertigers langs, in designerjeans of duur uitziende T-shirts. Misschien ZZP'ers die plotseling in zwaar weer zijn gekomen?
Het is super pijnlijk om een 'Nee' te verkopen wanneer mensen stiekem naar je toekomen en vragen om nog een extra brood. Er is genoeg voor iedereen, maar ook niet meer dan dat. De porties zijn zo gemaakt dat aan het eind van de uitdeelochtend alle schappen leeg zijn en iedereen naar zijn of haar gezinssituatie gemeten hetzelfde heeft meegekregen.
Cavia's knuffelen
Bejaardenhuizen kende ik tot voor kort alleen uit mijn vroege jeugd, en ook toen kwam ik er maar weinig binnen. Via Amsterdam Cares bezocht ik enkele keren de activiteit 'Cavia's knuffelen voor dementerenden'. Een wekelijkse terugkerende activiteit voor de bewoners van het complex. Tijdens mijn eerste bezoek verwachtte ik daarom de de bewoners mij wel een beetje zouden kunnen vertellen wat er van mij verwacht werd, maar toen één van de bewoners mij letterlijk tien keer achter elkaar vroeg waar haar jas was (antwoord: in de kamer), werd ik voorbereid op hoe de middag verder zou verlopen. Het is ontzettend pijnlijk om te zien wat een enorme impact dementie op je heeft. Schrijnend vond ik ook de vrouw die 'wie bent u?' aan haar eigen zoon vroeg. Hoewel we deze mensen in 'het wild' nauwelijks zullen zien, is het belangrijk om ze te leren kennen. Al is het alleen maar omdat de verzorgende en geduldige manier waarop de omstanders op hen reageren, me positief stemt over onze maatschappij.
In één van mijn volgende blogs zal ik een paar andere bezigheden als vrijwilliger uitlichten. Over mijn bijzondere gesprek met een dakloze in de opvang en een hilarische Nederlandse les die ik bijwoonde.
Het was mijn eerste activiteit bij Amsterdam Cares, een organisatie waarbij je flexibel kunt vrijwilligen. Amsterdam Cares hoort bij Nederland Cares, je kunt op verschillende plaatsen in Nederland freelance vrijwilligen. Op hun vrijwilligersagenda teken je in op een activiteit, bijvoorbeeld allochtonen leren fietsen, sjoelen met ouderen, converseren met anderstaligen, spelletjes doen met verstandelijk beperkten of helpen koken voor daklozen. Vervolgens kun je, zonder enige verwachting over een levenslang commitment, meehelpen bij de activiteit van jouw keuze. Als je het interessant vindt en als je het idee hebt dat je meer dan een symbolische bijdrage kunt leveren, dan kun terugkeren bij die activiteit, of jezelf tot 'regular' maken. Maar als je na afloop van de activiteit het gevoel hebt dat het 'in ieder geval toch nog wel aardig was dit eens geprobeerd te hebben', dan is er zeker geen vrijwilliger over boord. Dat is een geval 'volgende keer beter', bij een andere activiteit. Of helemaal geen volgende keer, want als freelance vrijwilliger zit je nergens aan vast.
Los van de standaardzinnen dat vrijwilligen zo goed voor de samenleving is, vind ik vrijwilligen voor mij persoonlijk ook erg verrijkend. Door Amsterdam Cares heb ik een kant van de maatschappij gezien die tot dan in de schaduw was gebleven. Vrijwilligen voelt vaak als een vakantie van een uur of drie, omdat de mensen en hun blikveld vaak zo verschillen van mijn vrienden en hun perspectief, dat je continu wordt verrast en uitgedaagd over het leven dat jij leidt na te denken.
Mijn twee meest bijzondere activiteiten:
Voedselbank
Meerdere keren heb ik als rader in de keten van de de menselijke voedselpakketinpakmachinerie gestaan. Machinerie omdat het het inpakritueel zo strak en geordend verloopt dat echte automaten het niet beter zouden doen. Bijzonder is dat te midden van deze door efficiency gevoedde inpakceremonie, er wél oog is voor de menselijke maat. Is een bepaald ingrediënt op? Dan wordt een vervangend ingrediënt uit de schappen getrokken. Daarbij letten de aanvoerders van de menselijke lopende band goed op of het wel combineert met de andere etenswaren in de krat, want een voedselpakket moet wel leuk en lekker zijn. Couscous en tomatensaus;, dat kan echt niet samen. Als er geen andere saus voor handen is, dan moet de couscous maar omgeruild worden voor pasta. Het is alsof de medewerkers van de voedselbank in vliegende vaart pakketten voor honderden goede vrienden samenstellen.
Tijdens het uitdelen van de pakketten is me duidelijk geworden dat afhankelijkheid van de voedselbank echt iedereen kan overkomen. Naast enkele zwaar verwaarloosde mensen, komen er ook hippe dertigers langs, in designerjeans of duur uitziende T-shirts. Misschien ZZP'ers die plotseling in zwaar weer zijn gekomen?
Het is super pijnlijk om een 'Nee' te verkopen wanneer mensen stiekem naar je toekomen en vragen om nog een extra brood. Er is genoeg voor iedereen, maar ook niet meer dan dat. De porties zijn zo gemaakt dat aan het eind van de uitdeelochtend alle schappen leeg zijn en iedereen naar zijn of haar gezinssituatie gemeten hetzelfde heeft meegekregen.
Cavia's knuffelen
Bejaardenhuizen kende ik tot voor kort alleen uit mijn vroege jeugd, en ook toen kwam ik er maar weinig binnen. Via Amsterdam Cares bezocht ik enkele keren de activiteit 'Cavia's knuffelen voor dementerenden'. Een wekelijkse terugkerende activiteit voor de bewoners van het complex. Tijdens mijn eerste bezoek verwachtte ik daarom de de bewoners mij wel een beetje zouden kunnen vertellen wat er van mij verwacht werd, maar toen één van de bewoners mij letterlijk tien keer achter elkaar vroeg waar haar jas was (antwoord: in de kamer), werd ik voorbereid op hoe de middag verder zou verlopen. Het is ontzettend pijnlijk om te zien wat een enorme impact dementie op je heeft. Schrijnend vond ik ook de vrouw die 'wie bent u?' aan haar eigen zoon vroeg. Hoewel we deze mensen in 'het wild' nauwelijks zullen zien, is het belangrijk om ze te leren kennen. Al is het alleen maar omdat de verzorgende en geduldige manier waarop de omstanders op hen reageren, me positief stemt over onze maatschappij.
In één van mijn volgende blogs zal ik een paar andere bezigheden als vrijwilliger uitlichten. Over mijn bijzondere gesprek met een dakloze in de opvang en een hilarische Nederlandse les die ik bijwoonde.
donderdag 22 september 2016
Uitgestelde aardigheid voor een onbekende
Onlangs stond ik vlak bij mijn huis oog in oog met een pakje in het wild. Nee, geen postpakket, maar één in de categorie cadeau. Een cadeau voor mij (er stond immers 'hello you' in een onbekend handschrift op de bijgevoegde kaart), zomaar, op een onafgesproken tijdstip, op een onafgesproken locatie en zonder aanleiding. Met recht een verrassing.
Bij het cadeau - een boek van Sue Townsend - zat een kaartje, het bericht was ruim aangelengd met zoetigheid. Maar er sprak wel een oprechte hoop uit een onbekende een positief onverwacht moment te bezorgen. Dat is gelukt. Ik vind het een prachtig initiatief om het begrip altruïsme uit te leggen.
Als je wat ouder wordt, en je leeftijd niet meer op je verzamelde vingers en tenen te tellen is, worden cadeaus soms meer sociaal smeermiddel dan een echte verrassing, vind ik. Misschien komt dat doordat je op je verjaardag zo'n beetje terugkrijgt wat je zelf hebt gegeven, soms wel erg letterlijk. Een vriendin vroeg mij ooit een boekenbon voor haar verjaardag. Plichtsgetrouw gaf ik die, eentje van 15 euro. Maanden later kreeg ik mijn verjaardagscadeau van haar: een boekenbon van 15 euro. Zou ze het exemplaar in haar kast in de wacht hebben gelegd voor mijn verjaardag? Onder de streep stonden we weer op nul, dus ik had niets te klagen, maar de menselijke warmte kon ik er nog niet echt in bespeuren.
Het mooie van dit initiatief is dat de lol van de creator van het cadeau er echt in doorklinkt.
Give joy, find joy, daarmee werd de kaart ondertekend. Op de bijbehorende facebookpagina las ik dat meerdere mensen cadeaus neerleggen in naam van deze surprise company. Op hun Instagram zie je waar ze hun cadeaus zoal hebben geplaatst. Leuk om even een blik op te werpen!
Een ander soortgelijk initiatief, van random aardigheid, kwam ik pas toevallig tegen tijdens een cyber surftocht: Letters left in London, Een onbekende penfanaat schrijft honderden brieven vol, die ze op openbare plekken achterlaat. Natuurlijk, de brieven staan vol met algemeenheden, maar het zijn brieven van mens tot mens, waarin de anonieme schrijver zich kwetsbaar opstelt en onbaatzuchtig tijd investeert in een ander persoon, een ander die altijd onbekend zal blijven. De site is echt de moeite van het bekijken waard.
Deze initiatieven inspireerden mij ook een keer als baardloze en piepjonge goedheiligman een cadeau voor een onbekende neer te leggen. Ik kijk er nu al naar uit een geschikte locatie te vinden voor mijn pakje. Alsof ik de locatiescout ben van de nieuwste variant van Pokemon Go: unplugged and unlocated.
Bij het cadeau - een boek van Sue Townsend - zat een kaartje, het bericht was ruim aangelengd met zoetigheid. Maar er sprak wel een oprechte hoop uit een onbekende een positief onverwacht moment te bezorgen. Dat is gelukt. Ik vind het een prachtig initiatief om het begrip altruïsme uit te leggen.
Als je wat ouder wordt, en je leeftijd niet meer op je verzamelde vingers en tenen te tellen is, worden cadeaus soms meer sociaal smeermiddel dan een echte verrassing, vind ik. Misschien komt dat doordat je op je verjaardag zo'n beetje terugkrijgt wat je zelf hebt gegeven, soms wel erg letterlijk. Een vriendin vroeg mij ooit een boekenbon voor haar verjaardag. Plichtsgetrouw gaf ik die, eentje van 15 euro. Maanden later kreeg ik mijn verjaardagscadeau van haar: een boekenbon van 15 euro. Zou ze het exemplaar in haar kast in de wacht hebben gelegd voor mijn verjaardag? Onder de streep stonden we weer op nul, dus ik had niets te klagen, maar de menselijke warmte kon ik er nog niet echt in bespeuren.
Het mooie van dit initiatief is dat de lol van de creator van het cadeau er echt in doorklinkt.
Give joy, find joy, daarmee werd de kaart ondertekend. Op de bijbehorende facebookpagina las ik dat meerdere mensen cadeaus neerleggen in naam van deze surprise company. Op hun Instagram zie je waar ze hun cadeaus zoal hebben geplaatst. Leuk om even een blik op te werpen!
Een ander soortgelijk initiatief, van random aardigheid, kwam ik pas toevallig tegen tijdens een cyber surftocht: Letters left in London, Een onbekende penfanaat schrijft honderden brieven vol, die ze op openbare plekken achterlaat. Natuurlijk, de brieven staan vol met algemeenheden, maar het zijn brieven van mens tot mens, waarin de anonieme schrijver zich kwetsbaar opstelt en onbaatzuchtig tijd investeert in een ander persoon, een ander die altijd onbekend zal blijven. De site is echt de moeite van het bekijken waard.
Deze initiatieven inspireerden mij ook een keer als baardloze en piepjonge goedheiligman een cadeau voor een onbekende neer te leggen. Ik kijk er nu al naar uit een geschikte locatie te vinden voor mijn pakje. Alsof ik de locatiescout ben van de nieuwste variant van Pokemon Go: unplugged and unlocated.
donderdag 15 september 2016
Boekjes onder bankjes en op torens
Hoe ziet een zelfschrijvend boek eruit? Ik heb er twee gekend.
Eén van de fijnste mogelijkheden van de lente en zomer is het bankhoppen. In de 'mooi weer periodes', loop ik regelmatig met een boek in de hand een eindje richting een groene zone om neer te ploffen op één van de beschikbare houten bankjes. Terwijl ik een poging doe verder te komen in mijn meegebrachte boek, kijk ik ook vaak naar het bewegende breedbeeld voor me: een joggende moslima gewikkeld in een Noordpoolproof winterjas, een meisje dat een speurtocht aan het uitzetten is of een sjokkende pony die plichtsgetrouw een paardenmeisje meesjouwt op de rug. Af en toe schuift er een bankgenoot aan voor een spontaan gesprek.
Voor mij is parkbankzitten een diepgewortelde traditie, die me laat dagdromen, reflecteren, ontspannen en verrassen. Pas vroeg ik me af wat er in de hoofden omgaat van alle medebankgenoten. Wat is hun verhaal? Waarom komen ze naar een park om daar op een hard bankje te zitten terwijl ze ook thuis in hun ergonomische fauteuil hadden kunnen blijven zitten, met voeten op de poef? Ik besloot een boekje onder de zitting van mijn lievelingsbankje vast te binden om meer te weten te komen over het onzichtbare bankjesgenootschap dat ook gebruik maakt van mijn lievelingsbankje. Ik schreef zelf de eerste entry, hieronder de eerste pagina:
Ik maakte het boekje vast aan de onderste plank en vertrok. Een kinderlijke avontuurvlaag stroomde door me heen. Het spannende zit hem in het anonieme en de moderne biechtvorm: doordat je je identiteit niet onthult, kun je schrijven wat je wilt, zonder rekening te houden met reputatieschade. Ook het indirecte intrigeerde me: op een voor mij onbekend moment, schrijft iemand die ik niet ken een voor mij onbekend verhaal. Ik zag het al helemaal voor me, in het boek onder de bank zou een geheim genootschap van bankvrienden samenkomen, een genootschap dat elkaar in de echte wereld niet zou herkennen.
Toen ik na een paar dagen terugkwam bij het bankje om te checken of andere banknomaden vol enthousiasme hun polsen lam hadden geschreven, kwam ik bedrogen uit. Van het boekje was geen spoor te bekennen. Ik zocht het hoger op. In de plaatselijke uitkijktoren in een hardlooppark. Zelfde concept, ander boekje. Dit boekje liep als een trein: af en toe kwam ik even langs om te zien hoe het boek in de tussentijd had doorgeschreven. Er zaten ontroerende passages tussen: een - aan het handschrift te zien - meisje schreef dat ze iedere avond naar de toren kwam in de hoop dat ze daar, door een speling van het lot, haar grote maar nog onbekende liefde zou tegenkomen. De realiteit was bitter, nog steeds was ze eenzaam en er had zelfs nog nooit iemand omhoog gekeken terwijl zij op te toren stond. Een andere torenbeklimmer schreef dat hij niet leefde om dood te gaan, maar dood wilde gaan voor het leven. Ik was zo enthousiast over mijn volautomatisch schrijvende boek, dat ik al illusies koesterde over het luxeprobleem wat ik zou moeten doen als het boekje ooit van kaft tot kaft beschreven zou zijn. Zou ik het daar laten of zou ik het als het verlossende boekwerk over de antropologische samenstelling in mijn wijk in mijn eigen boekenkast zetten?
Bovenstaand dilemma van existentialistische proporties werd me bespaard, toen ik een paar dagen geleden een lege toren opliep. Beste meenemer van het boek, veel leesplezier.
Eén van de fijnste mogelijkheden van de lente en zomer is het bankhoppen. In de 'mooi weer periodes', loop ik regelmatig met een boek in de hand een eindje richting een groene zone om neer te ploffen op één van de beschikbare houten bankjes. Terwijl ik een poging doe verder te komen in mijn meegebrachte boek, kijk ik ook vaak naar het bewegende breedbeeld voor me: een joggende moslima gewikkeld in een Noordpoolproof winterjas, een meisje dat een speurtocht aan het uitzetten is of een sjokkende pony die plichtsgetrouw een paardenmeisje meesjouwt op de rug. Af en toe schuift er een bankgenoot aan voor een spontaan gesprek.
Voor mij is parkbankzitten een diepgewortelde traditie, die me laat dagdromen, reflecteren, ontspannen en verrassen. Pas vroeg ik me af wat er in de hoofden omgaat van alle medebankgenoten. Wat is hun verhaal? Waarom komen ze naar een park om daar op een hard bankje te zitten terwijl ze ook thuis in hun ergonomische fauteuil hadden kunnen blijven zitten, met voeten op de poef? Ik besloot een boekje onder de zitting van mijn lievelingsbankje vast te binden om meer te weten te komen over het onzichtbare bankjesgenootschap dat ook gebruik maakt van mijn lievelingsbankje. Ik schreef zelf de eerste entry, hieronder de eerste pagina:
Ik maakte het boekje vast aan de onderste plank en vertrok. Een kinderlijke avontuurvlaag stroomde door me heen. Het spannende zit hem in het anonieme en de moderne biechtvorm: doordat je je identiteit niet onthult, kun je schrijven wat je wilt, zonder rekening te houden met reputatieschade. Ook het indirecte intrigeerde me: op een voor mij onbekend moment, schrijft iemand die ik niet ken een voor mij onbekend verhaal. Ik zag het al helemaal voor me, in het boek onder de bank zou een geheim genootschap van bankvrienden samenkomen, een genootschap dat elkaar in de echte wereld niet zou herkennen.
Toen ik na een paar dagen terugkwam bij het bankje om te checken of andere banknomaden vol enthousiasme hun polsen lam hadden geschreven, kwam ik bedrogen uit. Van het boekje was geen spoor te bekennen. Ik zocht het hoger op. In de plaatselijke uitkijktoren in een hardlooppark. Zelfde concept, ander boekje. Dit boekje liep als een trein: af en toe kwam ik even langs om te zien hoe het boek in de tussentijd had doorgeschreven. Er zaten ontroerende passages tussen: een - aan het handschrift te zien - meisje schreef dat ze iedere avond naar de toren kwam in de hoop dat ze daar, door een speling van het lot, haar grote maar nog onbekende liefde zou tegenkomen. De realiteit was bitter, nog steeds was ze eenzaam en er had zelfs nog nooit iemand omhoog gekeken terwijl zij op te toren stond. Een andere torenbeklimmer schreef dat hij niet leefde om dood te gaan, maar dood wilde gaan voor het leven. Ik was zo enthousiast over mijn volautomatisch schrijvende boek, dat ik al illusies koesterde over het luxeprobleem wat ik zou moeten doen als het boekje ooit van kaft tot kaft beschreven zou zijn. Zou ik het daar laten of zou ik het als het verlossende boekwerk over de antropologische samenstelling in mijn wijk in mijn eigen boekenkast zetten?
Bovenstaand dilemma van existentialistische proporties werd me bespaard, toen ik een paar dagen geleden een lege toren opliep. Beste meenemer van het boek, veel leesplezier.
maandag 12 september 2016
Ode aan de prachtige lelijkheid
Fotograferen en vakantie: die twee begrippen lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar hoe zou het voelen om je eigen wijk te fotograferen alsof het een spectaculaire fotohotspot is?
Op reis maak ik weinig foto's. Ik geniet dan van de ervaring, de mensen om me heen en de vreemde geuren. Foto's maken vind ik dan erg afleidend en bovendien wil ik de werkelijkheid niet via een filter als tweederangs ervaring tot me nemen: via een scherm.
Toch houd ik erg van fotograferen. Fotograferen leert je zien, zelfs als de camera in z'n hoesje in de kast ligt en jij op straat loopt. Als je vaak foto's maakt, train je jezelf opmerkzamer te zijn op een mooi lijnenspel, gezichtsbedrog of een grappige afwijking van de dagelijkse realiteit. Je ervaart de wereld veel rijker wanneer je regelmatig foto's maakt, merk ik.
Trappenhuis in de Bijlmer
Dat fotograferen voorbehouden zou zijn aan die zeldzame momenten waarop je op een exotisch strand flaneert, een olifant wast of een ballonvaart maakt, vind ik onzin. Mooie foto's maken kan altijd. Sterker nog: ik denk dat het leuker en uitdagender is foto's te maken van een gebied dat niet unaniem als 'adembenemend' wordt gezien. Op zulke 'middelmatige' locaties word je gedwongen echt om je heen te kijken en iets bijzonders uit te lichten. Misschien iets heel kleins, dat nog maar nauwelijks gefotografeerd is. Je schiet dan niet alleen een plaatje van iets moois, maar je kiest heel bewust een detail uit dat je wilt tonen. Je foto is dan een visie in plaats van een één op één representatie van de realiteit.
Ik denk dat iedereen, waar je ook woont, heel mooie foto's kan maken. Enige voorwaarden zijn - behalve een camera - geduld en de bereidheid ideeën over schoonheid los te laten. De universele opvatting over schoonheid is namelijk maar heel nauw, terwijl lelijkheid een enorme bandbreedte kent. Juist als je de lelijkheid vangt, kun je een heel persoonlijke (en unieke) visie op de realiteit geven. Zelf woon ik in een wijk die niet gezien wordt als een pittoreske locatie: de Bijlmer. Maar ook op deze grijze en rauwe plek, kon ik me uitleven met mijn camera en kon ik een ode brengen aan de prachtige lelijkheid.
Door je foto's op Flickr te delen, kun je ook nuttige feedback krijgen van andere mensen. Bovendien kun je ook anderen 'volgen', zodat je inspiratie krijgt voor je eigen foto's. Hier kun je mijn fotostream zien.
Lang leve de dicht bij huis fotografie! Waar ga jij foto's van maken?
Op reis maak ik weinig foto's. Ik geniet dan van de ervaring, de mensen om me heen en de vreemde geuren. Foto's maken vind ik dan erg afleidend en bovendien wil ik de werkelijkheid niet via een filter als tweederangs ervaring tot me nemen: via een scherm.
Toch houd ik erg van fotograferen. Fotograferen leert je zien, zelfs als de camera in z'n hoesje in de kast ligt en jij op straat loopt. Als je vaak foto's maakt, train je jezelf opmerkzamer te zijn op een mooi lijnenspel, gezichtsbedrog of een grappige afwijking van de dagelijkse realiteit. Je ervaart de wereld veel rijker wanneer je regelmatig foto's maakt, merk ik.
Trappenhuis in de Bijlmer
Dat fotograferen voorbehouden zou zijn aan die zeldzame momenten waarop je op een exotisch strand flaneert, een olifant wast of een ballonvaart maakt, vind ik onzin. Mooie foto's maken kan altijd. Sterker nog: ik denk dat het leuker en uitdagender is foto's te maken van een gebied dat niet unaniem als 'adembenemend' wordt gezien. Op zulke 'middelmatige' locaties word je gedwongen echt om je heen te kijken en iets bijzonders uit te lichten. Misschien iets heel kleins, dat nog maar nauwelijks gefotografeerd is. Je schiet dan niet alleen een plaatje van iets moois, maar je kiest heel bewust een detail uit dat je wilt tonen. Je foto is dan een visie in plaats van een één op één representatie van de realiteit.
Ik denk dat iedereen, waar je ook woont, heel mooie foto's kan maken. Enige voorwaarden zijn - behalve een camera - geduld en de bereidheid ideeën over schoonheid los te laten. De universele opvatting over schoonheid is namelijk maar heel nauw, terwijl lelijkheid een enorme bandbreedte kent. Juist als je de lelijkheid vangt, kun je een heel persoonlijke (en unieke) visie op de realiteit geven. Zelf woon ik in een wijk die niet gezien wordt als een pittoreske locatie: de Bijlmer. Maar ook op deze grijze en rauwe plek, kon ik me uitleven met mijn camera en kon ik een ode brengen aan de prachtige lelijkheid.
Door je foto's op Flickr te delen, kun je ook nuttige feedback krijgen van andere mensen. Bovendien kun je ook anderen 'volgen', zodat je inspiratie krijgt voor je eigen foto's. Hier kun je mijn fotostream zien.
Lang leve de dicht bij huis fotografie! Waar ga jij foto's van maken?
dinsdag 30 augustus 2016
Bedelaar van 8.33 - 9.41 uur
Mijn moreel kompas wordt altijd tot het uiterste op de proef gesteld bij de vraag: 'Mevrouw, mag ik wat vragen?'. Wat volgt is vrijwel altijd een geldvraag verpakt in een zielig verhaal. Geef ik wél of niet? Onlangs besloot ik eens aan de andere kant te staan en zelf - met het schaamrood op de kaken - de zielige vraag aan voorbijgangers te stellen.
Bedelaars brengen me altijd aan het twijfelen en ze geven me bijna zonder uitzondering een slecht gevoel. Soms geef ik wat, soms geef ik niets. Wat ik ook doe, bij het weglopen heb ik altijd het gevoel de verkeerde keus gemaakt te hebben. De ene keer voel ik me een naïeve barmhartige Samaritaan die beter had moeten weten, de andere keer voel ik me een harteloze burger met een doorgeschoten neiging de hand op de knip te houden.
Vanwege mijn constante vertwijfeling, zie ik bedelaars steeds vaker als een probleem. Het erge is: ik heb steeds minder ogen voor hun evidente probleem terwijl ik steeds meer 'medelijden' krijg met mezelf als een bedelaar me aanspreekt. Bedelaars hebben het maar mooi makkelijk, ze houden hun hand op terwijl ze hun donateurs in verlegenheid brengen. Nee, zo simpel is het niet, realiseerde ik me ineens. Natuurlijk, sommige bedelaars zijn zo ingewerkt in de wereld van het ophouden van de hand dat ze verwachten dat ze met een minimale inspanning hun dagloon bij elkaar kunnen schrapen. Zulke bedelaars bedanken soms niet eens voor het geld dat je ze geeft. 'Geef het dan weer weer terug!' hoor ik mezelf wel eens zeggen. Maar iedere bedelaar zal ooit voor het eerst van zijn leven een onbekende op straat op geld gevraagd hebben. En dat vraagt heel veel moed en een definitieve schaamtevolle erkenning van je plaats in de maatschappij.
Mijn groeiende dedain voor bedelgedrag zag ik als een alarmerende ontwikkeling. Alsof ik hard op weg was richting de harteloosheid af te glijden. Daarom nam ik me een tijd geleden voor om eens één keer zelf mijn hand op te houden om eens een keer te voelen hoe het is om in de schoenen van een bedelaar te staan. Spannend idee, maar de gedachte dit plan ook echt te moeten uitvoeren, maakte me Spaans benauwd. Bedelaar zijn is toch een stuk moeilijker dan ik dacht.
Onlangs trok ik de stoute (en vooral versleten) schoenen aan, samen met een verbleekt shirt, een niet modieuze broek een lelijk tasje. Ik fietste naar een winkelcentrum op vijf kilometer van mijn eigen huis, waar ik voor de schuifdeuren van een supermarkt ging staan. Ik nam me voor snel to the point te komen als ik voorbijgangers aansprak met mij geldvraag. Ik zou in eerste instantie zo vaag mogelijk blijven over mijn achtergrond, als ze zouden doorvragen dan zou ik vertellen dat ik sinds kort dakloos was. Als het écht te moeilijk zou worden, dan kon ik altijd nog - geheel naar waarheid - vertellen dat ik met een experiment bezig was.
Om 8.33 uur, net na de ergste ochtenddrukte, begon ik met mijn freelance baan. Van mijn ingestudeerde praatje kwam niets terecht. De eerste tien minuten was ik ZO zenuwachtig, dat ik alle voorbijgangers vriendelijk heb toegeknikt, als een supermarktpiccolo, zonder iets te vragen. Mijn weerzin was bijna fysiek. Ook al had ik nog geen vraag gesteld, ik voelde me zo buiten de maatschappij geplaatst Van medeburger was ik ineens getransformeerd tot Probleem. Ik keek zo op tegen de vernedering, de blikken van minachting en de eventuele verwensingen die ik zou horen. Ik voelde me een tweezijdige verrader; naar het supermarktpubliek (die ik voorloog) en naar de 'echte' bedelaars die dit niet voor de ervaring doen, maar uit bittere noodzaak en met wie ik nu een beetje de spot aan het drijven was.
Na een kwartier sprak ik pas de eerste voorbijganger aan, een vrouw van een jaar of 80 met een vriendelijk gezicht, die ik er niet voor aanzag een scheldkanonnade op me af te vuren. Mijn inschatting klopte. Ze liet me geduldig mijn verhaal afmaken, maar zei toen: 'ik denk het niet'. Bij de volgende voorbijgangers ving ik ook bot. Soms voelde het als een kleine opluchting als iemand halverwege mijn verhaal (of halverwege mijn eerste woord) al wegliep. Een goede manier om gezichtsverlies te beperken. Alleen: wat doe je als je diezelfde persoon vijf minuten later weer uit de supermarkt ziet lopen? Groet je dan weer of is dat niet streetwise? Ik hield het maar op een onbeduidende glimlach?
De eerste vis die ik ving, was een muntstuk van 10 cent. Dat was overigens mijn eigen suggestie. Ik voelde me hoe langer hoe ongemakkelijker worden. Ik kon mijn donateurs niet de ongemakkelijkheid van het vonnis mij wel of niet financieel te supporten ontnemen. Maar als ik zelf de hoogte van mijn schamele fooi zou voorstellen, dan hoefden ze daar hun hoofd al niet over te breken. Tot een echte inleving in het hoofd van een bedelaar komt het niet op deze manier, want voor mij wat de missie al geslaagd als iemand mij iets gaf, de waarde van het muntstuk deed niet ter zake. Die luxe kan een efficiënte bedelaar zich niet permitteren.
Ik besloot hard core te gaan bedelen, en geen bedragsuggestie te doen. Blijkbaar zie ik er niet zielig genoeg uit, hoger dan 50 cent werden de donaties niet. Vaak had ik het idee dat mensen me doorhadden, zich deel van het experiment voelden, maar geen zin hadden de overduidelijke werkelijkheid te benoemen.
Na een klein uurtje bedelen, zag ik de supermarktmanager wel erg vaak vanachter de schuifdeuren naar me kijken. Als hij er stond, staakte ik wijselijk mijn bezigheden. Toen hij voor de derde keer kwam kijken, besloot ik dat dit een goed moment was om direct de benen te nemen. Ik wilde hem bijna bedanken, voor het aanreiken van de aanleiding mijn voortdurend ongemakkelijke experiment tot een einde te brengen.
Wat heeft dit ochtendje bedelen mij opgeleverd, los van € 2,80? Weinig positiefs. De nagalm van de herinnering is zelfs ongemakkelijk en stressvol. Vragen om geld is erg lastig, hoewel ik dat al wist voor mijn bedelstage. De eerstvolgende keer dat ik een ex-collega voor een supermarkt zie bedelen, zal ik mijn bij elkaar geschraapte bedelsalaris geven. Of ik na deze ervaring vaker mijn portemonnee zal trekken? Ik denk het niet.
Opmerkelijk is dat de sympathie die ik voor iemand voelde niets te maken had met of ze wel of niet iets gaven. Soms had ik namelijk het idee dat mensen iets gaven om hun geweten te sussen. Veel bepalender is het of mensen je op een normale manier groeten, je een glimlach schenken of je respectvol vertellen dat ze niets willen geven. Of spreekt hier iemand vanuit een bevoorrechte positie met een gevulde portemonnee? William Somerset Maugham zei eens: Geld is het zesde zintuig: het stelt je in staat te kunnen genieten van de andere vijf.
Bedelaars brengen me altijd aan het twijfelen en ze geven me bijna zonder uitzondering een slecht gevoel. Soms geef ik wat, soms geef ik niets. Wat ik ook doe, bij het weglopen heb ik altijd het gevoel de verkeerde keus gemaakt te hebben. De ene keer voel ik me een naïeve barmhartige Samaritaan die beter had moeten weten, de andere keer voel ik me een harteloze burger met een doorgeschoten neiging de hand op de knip te houden.
Vanwege mijn constante vertwijfeling, zie ik bedelaars steeds vaker als een probleem. Het erge is: ik heb steeds minder ogen voor hun evidente probleem terwijl ik steeds meer 'medelijden' krijg met mezelf als een bedelaar me aanspreekt. Bedelaars hebben het maar mooi makkelijk, ze houden hun hand op terwijl ze hun donateurs in verlegenheid brengen. Nee, zo simpel is het niet, realiseerde ik me ineens. Natuurlijk, sommige bedelaars zijn zo ingewerkt in de wereld van het ophouden van de hand dat ze verwachten dat ze met een minimale inspanning hun dagloon bij elkaar kunnen schrapen. Zulke bedelaars bedanken soms niet eens voor het geld dat je ze geeft. 'Geef het dan weer weer terug!' hoor ik mezelf wel eens zeggen. Maar iedere bedelaar zal ooit voor het eerst van zijn leven een onbekende op straat op geld gevraagd hebben. En dat vraagt heel veel moed en een definitieve schaamtevolle erkenning van je plaats in de maatschappij.
Mijn groeiende dedain voor bedelgedrag zag ik als een alarmerende ontwikkeling. Alsof ik hard op weg was richting de harteloosheid af te glijden. Daarom nam ik me een tijd geleden voor om eens één keer zelf mijn hand op te houden om eens een keer te voelen hoe het is om in de schoenen van een bedelaar te staan. Spannend idee, maar de gedachte dit plan ook echt te moeten uitvoeren, maakte me Spaans benauwd. Bedelaar zijn is toch een stuk moeilijker dan ik dacht.
Onlangs trok ik de stoute (en vooral versleten) schoenen aan, samen met een verbleekt shirt, een niet modieuze broek een lelijk tasje. Ik fietste naar een winkelcentrum op vijf kilometer van mijn eigen huis, waar ik voor de schuifdeuren van een supermarkt ging staan. Ik nam me voor snel to the point te komen als ik voorbijgangers aansprak met mij geldvraag. Ik zou in eerste instantie zo vaag mogelijk blijven over mijn achtergrond, als ze zouden doorvragen dan zou ik vertellen dat ik sinds kort dakloos was. Als het écht te moeilijk zou worden, dan kon ik altijd nog - geheel naar waarheid - vertellen dat ik met een experiment bezig was.
Om 8.33 uur, net na de ergste ochtenddrukte, begon ik met mijn freelance baan. Van mijn ingestudeerde praatje kwam niets terecht. De eerste tien minuten was ik ZO zenuwachtig, dat ik alle voorbijgangers vriendelijk heb toegeknikt, als een supermarktpiccolo, zonder iets te vragen. Mijn weerzin was bijna fysiek. Ook al had ik nog geen vraag gesteld, ik voelde me zo buiten de maatschappij geplaatst Van medeburger was ik ineens getransformeerd tot Probleem. Ik keek zo op tegen de vernedering, de blikken van minachting en de eventuele verwensingen die ik zou horen. Ik voelde me een tweezijdige verrader; naar het supermarktpubliek (die ik voorloog) en naar de 'echte' bedelaars die dit niet voor de ervaring doen, maar uit bittere noodzaak en met wie ik nu een beetje de spot aan het drijven was.
Na een kwartier sprak ik pas de eerste voorbijganger aan, een vrouw van een jaar of 80 met een vriendelijk gezicht, die ik er niet voor aanzag een scheldkanonnade op me af te vuren. Mijn inschatting klopte. Ze liet me geduldig mijn verhaal afmaken, maar zei toen: 'ik denk het niet'. Bij de volgende voorbijgangers ving ik ook bot. Soms voelde het als een kleine opluchting als iemand halverwege mijn verhaal (of halverwege mijn eerste woord) al wegliep. Een goede manier om gezichtsverlies te beperken. Alleen: wat doe je als je diezelfde persoon vijf minuten later weer uit de supermarkt ziet lopen? Groet je dan weer of is dat niet streetwise? Ik hield het maar op een onbeduidende glimlach?
De eerste vis die ik ving, was een muntstuk van 10 cent. Dat was overigens mijn eigen suggestie. Ik voelde me hoe langer hoe ongemakkelijker worden. Ik kon mijn donateurs niet de ongemakkelijkheid van het vonnis mij wel of niet financieel te supporten ontnemen. Maar als ik zelf de hoogte van mijn schamele fooi zou voorstellen, dan hoefden ze daar hun hoofd al niet over te breken. Tot een echte inleving in het hoofd van een bedelaar komt het niet op deze manier, want voor mij wat de missie al geslaagd als iemand mij iets gaf, de waarde van het muntstuk deed niet ter zake. Die luxe kan een efficiënte bedelaar zich niet permitteren.
Ik besloot hard core te gaan bedelen, en geen bedragsuggestie te doen. Blijkbaar zie ik er niet zielig genoeg uit, hoger dan 50 cent werden de donaties niet. Vaak had ik het idee dat mensen me doorhadden, zich deel van het experiment voelden, maar geen zin hadden de overduidelijke werkelijkheid te benoemen.
Na een klein uurtje bedelen, zag ik de supermarktmanager wel erg vaak vanachter de schuifdeuren naar me kijken. Als hij er stond, staakte ik wijselijk mijn bezigheden. Toen hij voor de derde keer kwam kijken, besloot ik dat dit een goed moment was om direct de benen te nemen. Ik wilde hem bijna bedanken, voor het aanreiken van de aanleiding mijn voortdurend ongemakkelijke experiment tot een einde te brengen.
Wat heeft dit ochtendje bedelen mij opgeleverd, los van € 2,80? Weinig positiefs. De nagalm van de herinnering is zelfs ongemakkelijk en stressvol. Vragen om geld is erg lastig, hoewel ik dat al wist voor mijn bedelstage. De eerstvolgende keer dat ik een ex-collega voor een supermarkt zie bedelen, zal ik mijn bij elkaar geschraapte bedelsalaris geven. Of ik na deze ervaring vaker mijn portemonnee zal trekken? Ik denk het niet.
Opmerkelijk is dat de sympathie die ik voor iemand voelde niets te maken had met of ze wel of niet iets gaven. Soms had ik namelijk het idee dat mensen iets gaven om hun geweten te sussen. Veel bepalender is het of mensen je op een normale manier groeten, je een glimlach schenken of je respectvol vertellen dat ze niets willen geven. Of spreekt hier iemand vanuit een bevoorrechte positie met een gevulde portemonnee? William Somerset Maugham zei eens: Geld is het zesde zintuig: het stelt je in staat te kunnen genieten van de andere vijf.
woensdag 24 augustus 2016
Oh, Hallelujah!
Een dertig minutenlange haast oorverdovende religieuze toegift. Het overkwam me pas op een steenworp afstand van mijn eigen huis, toen ik een exotische Afrikaanse kerkdienst bezocht. Tamboerijn in de aanslag en go!
De mensen met wie ik omga, hebben allemaal ongeveer hetzelfde opleidingsniveau, dezelfde politieke ideeën, dezelfde interesses en ze zijn ongeveer even oud als ik ben. Prima mensen om een goed gesprek mee te voeren. We begrijpen elkaar namelijk goed. Toch is het soms heel verrijkend eens binnen te stappen in het leven van mensen die in niets op jou lijken. Dat deed ik pas toen ik meedeed aan een uitbundige Afrikaanse kerkdienst, op nog geen kilometer van mijn eigen huis.
Ik woon in een cultureel divers deel van Amsterdam. Tijdens één van mijn hardlooprondes liep ik langs een parkeergarage. Goddelijke vreugdekreten ontsnapten via de kleine deuropening die toegang gaf tot een ruimte onder de parkeergarage. Ik drukte mijn neus door de deuropening en ik zag wel driehonderd mensen, gekleed in de mooiste gewaden, extatisch hun god toezingen. Het zag er zo vrolijk en energiek uit. Ik zou er haast religieus van worden. Hoewel ik vermoedde dat het tot een échte bekering nooit zou komen, wilde ik wel heel graag een keer meedoen met deze wilde kerkdienst.
Zomaar vrijblijvend meedoen het vrolijke gezelschap, leek me nogal onbeleefd. Ik stuurde een mail, legde uit dat ik graag eens wilde proeven van hun zondagsbesteding. Ik mocht langskomen. Wat ik zag, zal me altijd bijblijven. In een afgeladen zaal waren talloze mensen uitzinnig aan het zingen en dansen. Ook staken ze hun handen in de lucht om de goddelijke stralen op te vangen. Om de beurt kwam er iemand naar voren, om zijn of haar god te bedanken. Wat volgde was altijd een muzikale ode, ondersteund door de achtkoppige band. Niets schema's, couplet/refrein structuur. De band liet zich telkens meevoeren door de stemming van het moment, één ode duurde wel dertig minuten. De mensen in de zaal haalden hun tamboerijn uit hun tas en moedigden de band aan.
Wat me opviel was dat de dienst honderd procent positief was ingestoken. Geen geklaag over wat er fout was gelopen in het leven van de mensen in de zaal. Geen strenge en dogmatische lessen. Hier werd het leven gevierd. De energie die je meeneemt uit zo'n dienst is enorm, zelfs voor een nuchtere atheïst als ik.
Ik ben ervan overtuigd dat, waar je ook woont, er op een steenworp afstand altijd mensen te vinden zijn die een totaal andere levensstijl leven dan de jouwe. Je hoeft het niet met ze eens te zijn, je hoeft niet te overwegen hun levensstijl over te nemen. Maar je kunt je wel vrijblijvend in hun leven verplaatsen. Een prachtige ervaring voor jou en een enorm compliment voor de mensen, die het zullen ervaren als een eer dat een 'vreemde' zich wil verdiepen hun manier van leven. Je even onderdompelen in een totaal ander leven, voelt als een korte vakantie naar een exotisch oord.
De mensen met wie ik omga, hebben allemaal ongeveer hetzelfde opleidingsniveau, dezelfde politieke ideeën, dezelfde interesses en ze zijn ongeveer even oud als ik ben. Prima mensen om een goed gesprek mee te voeren. We begrijpen elkaar namelijk goed. Toch is het soms heel verrijkend eens binnen te stappen in het leven van mensen die in niets op jou lijken. Dat deed ik pas toen ik meedeed aan een uitbundige Afrikaanse kerkdienst, op nog geen kilometer van mijn eigen huis.
Ik woon in een cultureel divers deel van Amsterdam. Tijdens één van mijn hardlooprondes liep ik langs een parkeergarage. Goddelijke vreugdekreten ontsnapten via de kleine deuropening die toegang gaf tot een ruimte onder de parkeergarage. Ik drukte mijn neus door de deuropening en ik zag wel driehonderd mensen, gekleed in de mooiste gewaden, extatisch hun god toezingen. Het zag er zo vrolijk en energiek uit. Ik zou er haast religieus van worden. Hoewel ik vermoedde dat het tot een échte bekering nooit zou komen, wilde ik wel heel graag een keer meedoen met deze wilde kerkdienst.
Zomaar vrijblijvend meedoen het vrolijke gezelschap, leek me nogal onbeleefd. Ik stuurde een mail, legde uit dat ik graag eens wilde proeven van hun zondagsbesteding. Ik mocht langskomen. Wat ik zag, zal me altijd bijblijven. In een afgeladen zaal waren talloze mensen uitzinnig aan het zingen en dansen. Ook staken ze hun handen in de lucht om de goddelijke stralen op te vangen. Om de beurt kwam er iemand naar voren, om zijn of haar god te bedanken. Wat volgde was altijd een muzikale ode, ondersteund door de achtkoppige band. Niets schema's, couplet/refrein structuur. De band liet zich telkens meevoeren door de stemming van het moment, één ode duurde wel dertig minuten. De mensen in de zaal haalden hun tamboerijn uit hun tas en moedigden de band aan.
Wat me opviel was dat de dienst honderd procent positief was ingestoken. Geen geklaag over wat er fout was gelopen in het leven van de mensen in de zaal. Geen strenge en dogmatische lessen. Hier werd het leven gevierd. De energie die je meeneemt uit zo'n dienst is enorm, zelfs voor een nuchtere atheïst als ik.
Ik ben ervan overtuigd dat, waar je ook woont, er op een steenworp afstand altijd mensen te vinden zijn die een totaal andere levensstijl leven dan de jouwe. Je hoeft het niet met ze eens te zijn, je hoeft niet te overwegen hun levensstijl over te nemen. Maar je kunt je wel vrijblijvend in hun leven verplaatsen. Een prachtige ervaring voor jou en een enorm compliment voor de mensen, die het zullen ervaren als een eer dat een 'vreemde' zich wil verdiepen hun manier van leven. Je even onderdompelen in een totaal ander leven, voelt als een korte vakantie naar een exotisch oord.
dinsdag 16 augustus 2016
Mijn brief aan een wildvreemde
In mijn werkkamer staat een wereldbol. Eens in de zoveel tijd, draai ik hem een stukje om, zodat ik oog in oog sta met weer een ander deel van de bol. Onlangs gaf ik hem een grote zwaai, deed ik mijn ogen dicht en duwde mijn wijsvinger lukraak op de draaiende bol. Het Zuid-eiland van Nieuw-Zeeland. Hier zou ik mijn persoonlijke brief aan een wildvreemde naartoe sturen.
Dit is het begin van een brief die ik onlangs verstuurde naar een persoon van wie ik geen idee heb dat 'ie bestaat. Hier het verhaal.
Toeval en nieuwe ontmoetingen. Al sinds mijn jeugd ben ik gefascineerd door deze twee zaken, vooral als ze samenkomen. Toen ik jong was stuurde ik ballonnen met beschreven kaartjes de lucht in, hing briefjes op aan de takken in het bos en gooide flessen met inhoud overboord. Mijn dag is gemaakt als ik een mooi gesprek heb met een volslagen wildvreemde. Waarom fascineert mij dit zo? Hoe onverwachter en vreemdsoortiger de aanvliegroutes tot nieuw contact, hoe eerlijker en waardevoller het contact is, merk ik steeds vaker.
Ik ben zeker niet mensenschuw en op 'officiële leer-nieuwe-mensen-kennen-momenten', zoals een verjaardagsfeest of een vrienden-van-vriendenavond, praat ik met gemak en plezier met onbekenden.Gesprekken ontvouwen zich vaak volgens hetzelfde protocol, waarin vragen als: 'wie ben jij?', 'waar woon je?', 'hoe ken jij X?' en 'wat doe je in het dagelijks leven?' in de top tien van geaccepteerde openingszetten staan. Effectieve vragen, omdat ze gelijk een groot gedeelte van de belevingswereld van je gesprekspartner beslaan. Nadeel: ik vind de vragen soms een beetje saai, iedereen heeft ze al honderden keren gesteld en misschien nog vaker beantwoord. In de grijsgedraaide antwoorden hoor ik soms de verveling doorsijpelen.
Natuurlijk zou ik veel liever vragen willen stellen als 'heb je je de laatste tijd alleen gevoeld?', 'hoe zou je het vinden om met een andere voornaam door het leven te gaan?', 'wat wil je uitstralen met deze schoenen?' of 'voel jij ook zo'n sympathie voor bepaalde vruchten?' om voorgeprogrammeerde antwoorden te omzeilen en mensen te laten praten EN nadenken tegelijkertijd. In de details schuilt vaak de ware aard van iemand. Helaas vrees ik dat een misdaad tegen de normaliteit pleeg als ik deze vragen tijdens een openingszin aan een volslagen vreemde zou voorleggen.
Om uitsluiting op feestjes van mijn vrienden te voorkomen, wegens 'grensoverschrijdend clownesk gedrag', besloot ik een brief te schrijven iemand die ik niet ken, om in die brief op een niet-conventionele manier over mijn leven, mijn geluk en twijfels te praten en de lezer van de brief uitnodigen om hetzelfde te doen. Soms is het goed onze gekkigheid te delen, dat geeft anderen het gevoel dat ze niet alleen zijn en dat scherpt een band. Of deze theorie ook uitkomt? Geen idee.
Wellicht is de ontvanger van de brief een teleurgestelde pensionado, contactgestoord of een te druk bezette zakenman. Het kan allemaal. Ik heb immers geen idee wie de ontvanger is. Nadat ik via de wereldbol was neergestreken in Nieuw-Zeeland, zoomde ik met Google Maps enkele keren in om - wederom blind- een stad en een straat te kiezen. Ik stond mezelf een kleine rationele toevoeging toe: het huisnummer, 2. Ik schreef het adres op de envelop, geadresseerd aan 'You'.
'You' zal mijn brief nu zo'n beetje ontvangen hebben. Ik ben benieuwd hoe de brief bij You binnenkomt. En ook al is You die teleurgestelde pensionado, contactgestoord of die te druk bezette zakenman, dan nodigt deze brief You misschien uit zijn/haar niet voorgeprogrammeerde identiteit te onthullen.
Dit is het begin van een brief die ik onlangs verstuurde naar een persoon van wie ik geen idee heb dat 'ie bestaat. Hier het verhaal.
Toeval en nieuwe ontmoetingen. Al sinds mijn jeugd ben ik gefascineerd door deze twee zaken, vooral als ze samenkomen. Toen ik jong was stuurde ik ballonnen met beschreven kaartjes de lucht in, hing briefjes op aan de takken in het bos en gooide flessen met inhoud overboord. Mijn dag is gemaakt als ik een mooi gesprek heb met een volslagen wildvreemde. Waarom fascineert mij dit zo? Hoe onverwachter en vreemdsoortiger de aanvliegroutes tot nieuw contact, hoe eerlijker en waardevoller het contact is, merk ik steeds vaker.
Ik ben zeker niet mensenschuw en op 'officiële leer-nieuwe-mensen-kennen-momenten', zoals een verjaardagsfeest of een vrienden-van-vriendenavond, praat ik met gemak en plezier met onbekenden.Gesprekken ontvouwen zich vaak volgens hetzelfde protocol, waarin vragen als: 'wie ben jij?', 'waar woon je?', 'hoe ken jij X?' en 'wat doe je in het dagelijks leven?' in de top tien van geaccepteerde openingszetten staan. Effectieve vragen, omdat ze gelijk een groot gedeelte van de belevingswereld van je gesprekspartner beslaan. Nadeel: ik vind de vragen soms een beetje saai, iedereen heeft ze al honderden keren gesteld en misschien nog vaker beantwoord. In de grijsgedraaide antwoorden hoor ik soms de verveling doorsijpelen.
Natuurlijk zou ik veel liever vragen willen stellen als 'heb je je de laatste tijd alleen gevoeld?', 'hoe zou je het vinden om met een andere voornaam door het leven te gaan?', 'wat wil je uitstralen met deze schoenen?' of 'voel jij ook zo'n sympathie voor bepaalde vruchten?' om voorgeprogrammeerde antwoorden te omzeilen en mensen te laten praten EN nadenken tegelijkertijd. In de details schuilt vaak de ware aard van iemand. Helaas vrees ik dat een misdaad tegen de normaliteit pleeg als ik deze vragen tijdens een openingszin aan een volslagen vreemde zou voorleggen.
Om uitsluiting op feestjes van mijn vrienden te voorkomen, wegens 'grensoverschrijdend clownesk gedrag', besloot ik een brief te schrijven iemand die ik niet ken, om in die brief op een niet-conventionele manier over mijn leven, mijn geluk en twijfels te praten en de lezer van de brief uitnodigen om hetzelfde te doen. Soms is het goed onze gekkigheid te delen, dat geeft anderen het gevoel dat ze niet alleen zijn en dat scherpt een band. Of deze theorie ook uitkomt? Geen idee.
Wellicht is de ontvanger van de brief een teleurgestelde pensionado, contactgestoord of een te druk bezette zakenman. Het kan allemaal. Ik heb immers geen idee wie de ontvanger is. Nadat ik via de wereldbol was neergestreken in Nieuw-Zeeland, zoomde ik met Google Maps enkele keren in om - wederom blind- een stad en een straat te kiezen. Ik stond mezelf een kleine rationele toevoeging toe: het huisnummer, 2. Ik schreef het adres op de envelop, geadresseerd aan 'You'.
'You' zal mijn brief nu zo'n beetje ontvangen hebben. Ik ben benieuwd hoe de brief bij You binnenkomt. En ook al is You die teleurgestelde pensionado, contactgestoord of die te druk bezette zakenman, dan nodigt deze brief You misschien uit zijn/haar niet voorgeprogrammeerde identiteit te onthullen.
dinsdag 9 augustus 2016
Probeer eens tegenzin
Uit je comfortzone stappen is dé manier je comfortzone een stukje op te rekken. Onlangs waagde ik me aan een sport die het laagst in mijn aanzien stond: schermen.
Schermen. Het klinkt al zo theatraal als je het woord niet opvat als werkwoord maar als zelfstandig naamwoord: schermen, alsof de gymzaal vol staat met afbakeningen en je vanuit de coulissen je entree maakt in de arena. Misschien laat ik mijn fantasie nu te veel de vrije loop. Maar waarschijnlijk zijn wel veel mensen het met me eens dat de hoofdpersonages er tijdens schermen altijd zo merkwaardig uitzien, ze lijken slechts een tweedimensionale en profil realiteit te hebben.
Tegenzin
Kortom: de sport schermen leek mij de minst verstandige vrijetijdsbesteding. Reden te meer om me eens in te schrijven voor een gratis proefles. Tegenzin is een interessante emotie waar je veel mee kunt: je verwachtingen zijn gedaald tot het nulpunt, waardoor je op een andere manier naar de werkelijkheid gaat kijken, je focust op de interessante details, om toch nog het meeste uit de 'weggegooide tijd' te halen. Natuurlijk, ik ben realist genoeg om de tegenzin in het bekende (zoals de hardhandige behandeling bij de mondhygiënist of de Kalverstraat op zaterdagmiddag) wijselijk te mijden. Maar met tegenzin een activiteit ondernemen die je vreselijk lijkt maar nog nooit zelf hebt ervaren, dat is vruchtbare tegenzin! Zo'n actie levert sowieso een interesse ervaring en een leuke anekdote op en als het meezit (en dat doet het vaak) word je ook nog eens verrast door de werkelijkheid.
Kortom: de sport schermen leek mij de minst verstandige vrijetijdsbesteding. Reden te meer om me eens in te schrijven voor een gratis proefles. Tegenzin is een interessante emotie waar je veel mee kunt: je verwachtingen zijn gedaald tot het nulpunt, waardoor je op een andere manier naar de werkelijkheid gaat kijken, je focust op de interessante details, om toch nog het meeste uit de 'weggegooide tijd' te halen. Natuurlijk, ik ben realist genoeg om de tegenzin in het bekende (zoals de hardhandige behandeling bij de mondhygiënist of de Kalverstraat op zaterdagmiddag) wijselijk te mijden. Maar met tegenzin een activiteit ondernemen die je vreselijk lijkt maar nog nooit zelf hebt ervaren, dat is vruchtbare tegenzin! Zo'n actie levert sowieso een interesse ervaring en een leuke anekdote op en als het meezit (en dat doet het vaak) word je ook nog eens verrast door de werkelijkheid.
Achter de schermen
Vast niet gedreven door mijn tegenzin, kwam ik tien minuten te vroeg aan op het sportcentrum. Geen scherm te bekennen, wel een glazen wand waarachter ik met studie naar de - in realiteit - driedimensionale witte ridders keek. Eén in het bijzonder sprak me aan, die maakte met een intimiderende choreografie korte metten met zijn vloergenoten. Ik begon de sport steeds leuker te vinden vanachter de schermen. Vlak voordat ik 'op' moest om zelf de handen uit de mouwen te steken, was ik getuige van de ontmaskering van Ridder No.1. Doordat ik tien minuten naar zijn gigantische helm had gekeken, had ik al die tijd mijn ideaalhoofd op dit interessant bewegende lichaam kunnen plakken. De realiteit viel niet mee.
Het belang van de helm
Ik beleefde de proefles met nog tien andere beginners. De breedgeschouderde trainer gaf ons een aantal oefeningen om zonder zwaard de feel van het schermen in de vingers te krijgen. Ik werd fanatieker en fanatieker. Een soort tikkertje voor volwassenen.
Toen we volgens de trainer klaar waren om - nu letterlijk! - achter de schermen een passend wit pak aan te trekken, bleek te ontmaskerde ex-droomridder een dubbelfunctie te hebben als modeadviseur voor trainingspakken. Uit zijn mond rolden de meest fantastische Britse keelklanken, een accent waar ik een grote zwak voor heb. Een fantastische man op zijn hoofd na. Eens te meer zag ik het grote belang van een gezichtsbedekkende helm, te allen tijden.
Toen we volgens de trainer klaar waren om - nu letterlijk! - achter de schermen een passend wit pak aan te trekken, bleek te ontmaskerde ex-droomridder een dubbelfunctie te hebben als modeadviseur voor trainingspakken. Uit zijn mond rolden de meest fantastische Britse keelklanken, een accent waar ik een grote zwak voor heb. Een fantastische man op zijn hoofd na. Eens te meer zag ik het grote belang van een gezichtsbedekkende helm, te allen tijden.
Na anderhalf uur venijnig en staccato bewegen, vond ik het bijna jammer dat mijn tegenzinactiviteit erop zat. Na even wikken en wegen heb ik toch maar besloten geen jaarabonnement af te sluiten. Het moet natuurlijk niet te leuk worden.
Is dit een pleidooi voor het schermen? Nee. Wel voor tegenzin. Durf het eens aan om verrast te worden door een activiteit die volgens jou De Narigheid representeert. Ga eens naar de benoemingsceremonie van de Nepburgemeester van Madurodam, ga het centrum voor sluitspieren openen, bezoek het Museum van vochtige kruipruimtes of knip je vlecht af en stuur hem naar Postbus 51. Ik wil je op geen enkele manier beïnvloeden door realistische suggesties, vandaar.
Het is in ieder geval mijn nieuwe voornemen om iedere maand een paar uur in te roosteren voor tegenzin. Het ergste dat me kan overkomen is een leuke tijd.
Wat wordt jouw tegenzinproject? Laat een reactie achter.
donderdag 4 augustus 2016
Intrastedelijk logeren
Dit jaar ging ik op vakantie in mijn eigen stad, ik logeerde bij volslagen onbekenden en ik leerde mijn eigen stad opnieuw kennen, door de ogen van een ander.
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik honderden lichtjes van appartementen, uitermate geometrisch geordend. Ieder lichtje representeert één woning. Achter ieder lichtje gaat een verhaal schuil. Toen ik dit voorjaar naar buiten keek, realiseerde ik me ineens hoe ongelofelijk veel diverse levensverhalen mijn uitzicht bevat. Mocht ik ooit veroordeeld worden tot een enkelband en mijn actieradius zich noodgedwongen zou beperken tot mijn eigen uitzicht, dan zou ik aan menselijke input geen gebrek hebben. Ik zou er een tienjarenplan van maken om ieder lampje in mijn uitzicht te gaan bezoeken.
Deze mijmeringen brachten mij op het idee te logeren in eigen stad. Regelmatig hoor ik zinnen als ''Volgende week ga ik even naar Bali, dan ga ik een in between reisje maken naar Marokko en dan sluit ik af in Canada.' Ik hou absoluut van reizen in het buitenland en ik denk dat het goed is voor je persoonlijke ontwikkeling om kennis te maken met andere culturen, maar soms lijkt het wel alsof mensen de 'ontvankelijk voor avontuur' schakelaar pas aanzetten wanneer ze de Nederlandse grens hebben gepasseerd. Wim T. Schippers zei ooit bij de Loosdrechtse plassen was: 'als dit Ierland was, dan had ik beter gekeken'. Adventure is blijkbaar in the eye of the beholder. Met mijn experiment van logeren in mijn eigen stad, wilde ik ontdekken of ik de de kenmerkende 'op reis' verwondering kon ervaren.
Via de site couchsurfing (waarover ik eerder al een blog schreef), regelde ik adressen in mijn stad Amsterdam. Ik logeerde op adressen die op tien minuten fietsen lagen, maar het voelde als een vakantie. Een Pakistaanse man kookte een exotische dish voor me, terwijl hij vertelde over zijn mislukte uithuwelijkingsceremonie waaraan zijn ouders hem hadden onderworpen.
Ik sliep in een nog net niet afgebroken straat, dat meer op het decor van een avontuurlijk locatietheater leek dan een plek om te wonen. Enorm intrigerend, nog nét niet zo intrigerend als de host zelf, die uren verhalen kon vullen over zijn liftavonturen in Oost-Europa.
Ik logeerde bij een man die tijdens de Bijlmercrash de brandende flat was ingerend om mensen te redden.
Mijn 'vakantiereisjes' in eigen stad maakten we weer duidelijk dat goedkoop en dichtbij gelegen avontuur altijd voorhanden is, zolang je zelf bereid bent je open te stellen en uit je comfort zone te stappen.
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik honderden lichtjes van appartementen, uitermate geometrisch geordend. Ieder lichtje representeert één woning. Achter ieder lichtje gaat een verhaal schuil. Toen ik dit voorjaar naar buiten keek, realiseerde ik me ineens hoe ongelofelijk veel diverse levensverhalen mijn uitzicht bevat. Mocht ik ooit veroordeeld worden tot een enkelband en mijn actieradius zich noodgedwongen zou beperken tot mijn eigen uitzicht, dan zou ik aan menselijke input geen gebrek hebben. Ik zou er een tienjarenplan van maken om ieder lampje in mijn uitzicht te gaan bezoeken.
Deze mijmeringen brachten mij op het idee te logeren in eigen stad. Regelmatig hoor ik zinnen als ''Volgende week ga ik even naar Bali, dan ga ik een in between reisje maken naar Marokko en dan sluit ik af in Canada.' Ik hou absoluut van reizen in het buitenland en ik denk dat het goed is voor je persoonlijke ontwikkeling om kennis te maken met andere culturen, maar soms lijkt het wel alsof mensen de 'ontvankelijk voor avontuur' schakelaar pas aanzetten wanneer ze de Nederlandse grens hebben gepasseerd. Wim T. Schippers zei ooit bij de Loosdrechtse plassen was: 'als dit Ierland was, dan had ik beter gekeken'. Adventure is blijkbaar in the eye of the beholder. Met mijn experiment van logeren in mijn eigen stad, wilde ik ontdekken of ik de de kenmerkende 'op reis' verwondering kon ervaren.
Via de site couchsurfing (waarover ik eerder al een blog schreef), regelde ik adressen in mijn stad Amsterdam. Ik logeerde op adressen die op tien minuten fietsen lagen, maar het voelde als een vakantie. Een Pakistaanse man kookte een exotische dish voor me, terwijl hij vertelde over zijn mislukte uithuwelijkingsceremonie waaraan zijn ouders hem hadden onderworpen.
Ik sliep in een nog net niet afgebroken straat, dat meer op het decor van een avontuurlijk locatietheater leek dan een plek om te wonen. Enorm intrigerend, nog nét niet zo intrigerend als de host zelf, die uren verhalen kon vullen over zijn liftavonturen in Oost-Europa.
Ik logeerde bij een man die tijdens de Bijlmercrash de brandende flat was ingerend om mensen te redden.
Mijn 'vakantiereisjes' in eigen stad maakten we weer duidelijk dat goedkoop en dichtbij gelegen avontuur altijd voorhanden is, zolang je zelf bereid bent je open te stellen en uit je comfort zone te stappen.
maandag 1 augustus 2016
Mijn leven in de nacht
Eén derde van ons leven liggen we plat. Weggegooide tijd? Ik denk dat we met een beetje goede wil en concentratie heel nuttig gebruik kunnen maken van ons leven in de nacht.
Twee jaar geleden begon ik met het bijhouden van een droomdagboek. De specifieke aanleiding voor het notuleren van mijn nacht is al weggezakt, zoals wel vaker begin ik aan nieuwe activiteiten als een 'professioneel kind': vanuit het niets kom ik op een idee (zeg maar gerust een bevlieging), waar ik vervolgens bloedserieus mee aan de slag ga. Zo ook met het dromendagboek. Ik herinner me de eerste droom die ik aan het droomdagboek toevertrouwde nog goed: bij de balie van de burgerlijke stand in Parijs, stond een homokoppel met hun nog nét niet geboren zoon. Het kind werd niet gemaakt in een baarmoeder, maar in een halfverrotte bananenschil. De twee vaders wilden graag dat het kind geboren werd aan de voet van het loket, zodat het binnen 10 seconde na de geboorte al ingeschreven kon worden in het bevolkingsregister.
Waarom zou je dromen opschrijven? Ten eerste is het een ontzettend uitdagende creatieve oefening: je wordt geprikkeld om je belevenissen van de nacht zo mooi mogelijk op te schrijven. Daarnaast is het hilarisch om eens in de zoveel tijd de beschrijvingen terug te lezen van de freakshow die zich 's nachts in je hoofd afspeelt. Ik vind het ook altijd een leuke puzzeltocht om te bedenken waar de associaties in mijn dromen vandaan komen. De meesten zijn terug te leiden tot een gebeurtenis kort voor de droom. Tot slot merk ik dat je je dromen veel diepgaander kunt maken wanneer je er in wakende staat ook bewust mee bezig ben doordat je ze opschrijft. Ik heb gemerkt dat sinds ik begon met mijn droomdagboek (dat overigens gewoon een schrift van de Action is), mijn dromen gevarieerder en helder werden en meer emotionele waarde hebben gekregen.
Dat laatste punt is voor mij dé belangrijkste reden om mijn dromen op te schrijven. Het klinkt waarschijnlijk erg 'dromerig', maar ik heb het gevoel dat ik er een flinke portie leven bij heb gekregen, doordat mijn nachtelijke uren nu ook voelen als een volwaardig leven, waarin ik dingen beleef en ervaar. OK, de dingen die ik meemaak zijn absurd, maar mijn reactie is altijd natuurgetrouw, mijn persoonlijkheid is droom-proof. Dat is een mooi gegeven, want hierdoor kan ik gebeurtenissen meemaken waarvan ik in het echte leven zou gruwen. Laatst droomde ik bijvoorbeeld dat ik 24 uur voor mijn eigen euthanasie zat. Berusting, angst, het gevoel hebben me groot te moeten houden, ik doorliep het hele spectrum. Allemaal emoties die je zou verwachten, maar als je ze zelf 'meemaakt', dan is het een stuk echter.
Ik heb het idee dat dromen je in staat stellen situaties mee te maken die niet bij je eigen leven horen. Wel zo fijn als je je wilt kunnen verplaatsen in het leven van anderen. En omdat dromen je vaak in extreme situaties plaatsen, onthullen ze soms bittere waarheden over je persoonlijkheid.
Veel mensen zeggen niet te dromen, of zich de dromen niet te kunnen herinneren als ze wakker zijn. Ik had daar in het begin ook moeite mee, maar het is me gelukt. Hieronder mijn beproefde recept dromen te destilleren:
1. houd je ogen dicht als je wakker wordt
2. probeer je één beeld te herinneren uit je droom
3. doorloop aan de hand van dit beeld achterwaarts je droom, van het einde naar het begin. Gebeurtenissen aan het einde zijn vaak een stuk beter blijven hangen dan de gebeurtenissen aan het begin
4. als je het gevoel hebt aan het begin van je droom gekomen te zijn, doorloop hem dan nogmaals in chronologische volgorde
5. vertel de droom heel snel hardop aan jezelf (als wegzak preventie)
6. schrijf de droom in steekwoorden op
7. schrijf hem vanuit de steekwoorden uitgebreider op
Welterusten
Twee jaar geleden begon ik met het bijhouden van een droomdagboek. De specifieke aanleiding voor het notuleren van mijn nacht is al weggezakt, zoals wel vaker begin ik aan nieuwe activiteiten als een 'professioneel kind': vanuit het niets kom ik op een idee (zeg maar gerust een bevlieging), waar ik vervolgens bloedserieus mee aan de slag ga. Zo ook met het dromendagboek. Ik herinner me de eerste droom die ik aan het droomdagboek toevertrouwde nog goed: bij de balie van de burgerlijke stand in Parijs, stond een homokoppel met hun nog nét niet geboren zoon. Het kind werd niet gemaakt in een baarmoeder, maar in een halfverrotte bananenschil. De twee vaders wilden graag dat het kind geboren werd aan de voet van het loket, zodat het binnen 10 seconde na de geboorte al ingeschreven kon worden in het bevolkingsregister.
Waarom zou je dromen opschrijven? Ten eerste is het een ontzettend uitdagende creatieve oefening: je wordt geprikkeld om je belevenissen van de nacht zo mooi mogelijk op te schrijven. Daarnaast is het hilarisch om eens in de zoveel tijd de beschrijvingen terug te lezen van de freakshow die zich 's nachts in je hoofd afspeelt. Ik vind het ook altijd een leuke puzzeltocht om te bedenken waar de associaties in mijn dromen vandaan komen. De meesten zijn terug te leiden tot een gebeurtenis kort voor de droom. Tot slot merk ik dat je je dromen veel diepgaander kunt maken wanneer je er in wakende staat ook bewust mee bezig ben doordat je ze opschrijft. Ik heb gemerkt dat sinds ik begon met mijn droomdagboek (dat overigens gewoon een schrift van de Action is), mijn dromen gevarieerder en helder werden en meer emotionele waarde hebben gekregen.
Dat laatste punt is voor mij dé belangrijkste reden om mijn dromen op te schrijven. Het klinkt waarschijnlijk erg 'dromerig', maar ik heb het gevoel dat ik er een flinke portie leven bij heb gekregen, doordat mijn nachtelijke uren nu ook voelen als een volwaardig leven, waarin ik dingen beleef en ervaar. OK, de dingen die ik meemaak zijn absurd, maar mijn reactie is altijd natuurgetrouw, mijn persoonlijkheid is droom-proof. Dat is een mooi gegeven, want hierdoor kan ik gebeurtenissen meemaken waarvan ik in het echte leven zou gruwen. Laatst droomde ik bijvoorbeeld dat ik 24 uur voor mijn eigen euthanasie zat. Berusting, angst, het gevoel hebben me groot te moeten houden, ik doorliep het hele spectrum. Allemaal emoties die je zou verwachten, maar als je ze zelf 'meemaakt', dan is het een stuk echter.
Ik heb het idee dat dromen je in staat stellen situaties mee te maken die niet bij je eigen leven horen. Wel zo fijn als je je wilt kunnen verplaatsen in het leven van anderen. En omdat dromen je vaak in extreme situaties plaatsen, onthullen ze soms bittere waarheden over je persoonlijkheid.
Veel mensen zeggen niet te dromen, of zich de dromen niet te kunnen herinneren als ze wakker zijn. Ik had daar in het begin ook moeite mee, maar het is me gelukt. Hieronder mijn beproefde recept dromen te destilleren:
1. houd je ogen dicht als je wakker wordt
2. probeer je één beeld te herinneren uit je droom
3. doorloop aan de hand van dit beeld achterwaarts je droom, van het einde naar het begin. Gebeurtenissen aan het einde zijn vaak een stuk beter blijven hangen dan de gebeurtenissen aan het begin
4. als je het gevoel hebt aan het begin van je droom gekomen te zijn, doorloop hem dan nogmaals in chronologische volgorde
5. vertel de droom heel snel hardop aan jezelf (als wegzak preventie)
6. schrijf de droom in steekwoorden op
7. schrijf hem vanuit de steekwoorden uitgebreider op
Welterusten
dinsdag 26 juli 2016
Nodig de wereld uit op je bank
Heb je behoefte aan een vakantie in een exotisch land maar ontbreekt het je aan tijd, geld of een goede reispartner? Haal dan een stukje van de exotische wereld naar je eigen huis.
Couchsurfing. Een perfect voorbeeld van hoe internet mooie ontmoetingen kan faciliteren. Je maakt een profiel aan op de website www.couchsurfing.com en je geeft aan wanneer je je huis openstelt voor reizigers, zodat zij een aantal nachten kunnen blijven slapen. Volledig gratis, surfers betalen met respect en oprechte interesse. Uiteraard is het aan de host te bepalen wie wel en wie niet welkom is.
Sinds 2010 bied ik zo nu en dan een stukje van mijn woning aan een reiziger aan. Destijds woonde ik in een zeecontainer. Het is soms even schipperen om in een kleine ruimte enkele dagen harmonieus samen te leven met een wildvreemde. Inmiddels heb ik meer ruimte om me heen, maar nog steeds is couchsurfing een kwestie van geven en nemen.
Een veelgehoorde kritische noot van de 'tegenstanders' van couchsurfing: wat levert het je op? Je krijgt er niets voor en het kost je een hoop tijd en energie. Financieel levert het je inderdaad niets op. Sterker nog: je kredietwaardigheid gaat er zelfs iets op achteruit, want veel couchsurf hosts, zoals ik, vinden het leuk hun surfers te trakteren op een diner en een ontbijt. Wanneer je van tevoren duidelijke verwachtingen hebt over wat het je oplevert, dat kan de daadwerkelijke ervaring waarschijnlijk alleen maar tegenvallen. Maar als je open en zonder verwachtingen in de ontmoeting stapt, dan kun je verrast worden. Je dompelt je even onder in het leven van iemand die op een andere lengte- en breedtegraad dan jij woont.
Nog steeds denk ik regelmatig terug aan de blijvende mooie herinneringen. Ik hostte een net afgestudeerde Amerikaan die regelrecht vanuit Schiphol naar me toe was komen fietsen. Ik was zijn eerste host en op die fiets wilde hij, samen met twee minuscule fietstassen, in acht maanden tijd Europa doorfietsen. Aan het einde van zijn trip kwam hij terug en vertelde zijn verhaal.
Een verlegen meisje uit China knipte met een nagelschaartje een prachtig kunstwerk en gaf het aan mij. De betere Chinese chirurgische precisie. Een Argentijn had alle attributen en ingrediënten meegenomen om de nationale oudemannendrank met me te drinken en een groenharige hippie uit Brighton liet me de Amsterdamse krakersscene zien. Een conservatieve Texaan deelde voor het eerst van zijn leven een goocheltruc en een meisje uit Finland leerde me een traditioneel Fins pianonummer.
Terwijl ik rustig in mijn huis zit, komt de wereld bij me langs. De ontmoetingen zijn kort, meestal twee tot vier dagen, en door die voorbijgaande aard zijn mensen bereid veel over hun leven te delen.
Nog steeds heb ik contact met een handjevol van mijn surfers. Volgend jaar ben ik zelfs uitgenodigd op een bruiloft in Polen.
Foto: sinds kort vraag ik mijn surfers een fictieve postzegel te ontwerpen die zij representatief vinden voor hun land.
Couchsurfing. Een perfect voorbeeld van hoe internet mooie ontmoetingen kan faciliteren. Je maakt een profiel aan op de website www.couchsurfing.com en je geeft aan wanneer je je huis openstelt voor reizigers, zodat zij een aantal nachten kunnen blijven slapen. Volledig gratis, surfers betalen met respect en oprechte interesse. Uiteraard is het aan de host te bepalen wie wel en wie niet welkom is.
Sinds 2010 bied ik zo nu en dan een stukje van mijn woning aan een reiziger aan. Destijds woonde ik in een zeecontainer. Het is soms even schipperen om in een kleine ruimte enkele dagen harmonieus samen te leven met een wildvreemde. Inmiddels heb ik meer ruimte om me heen, maar nog steeds is couchsurfing een kwestie van geven en nemen.
Een veelgehoorde kritische noot van de 'tegenstanders' van couchsurfing: wat levert het je op? Je krijgt er niets voor en het kost je een hoop tijd en energie. Financieel levert het je inderdaad niets op. Sterker nog: je kredietwaardigheid gaat er zelfs iets op achteruit, want veel couchsurf hosts, zoals ik, vinden het leuk hun surfers te trakteren op een diner en een ontbijt. Wanneer je van tevoren duidelijke verwachtingen hebt over wat het je oplevert, dat kan de daadwerkelijke ervaring waarschijnlijk alleen maar tegenvallen. Maar als je open en zonder verwachtingen in de ontmoeting stapt, dan kun je verrast worden. Je dompelt je even onder in het leven van iemand die op een andere lengte- en breedtegraad dan jij woont.
Nog steeds denk ik regelmatig terug aan de blijvende mooie herinneringen. Ik hostte een net afgestudeerde Amerikaan die regelrecht vanuit Schiphol naar me toe was komen fietsen. Ik was zijn eerste host en op die fiets wilde hij, samen met twee minuscule fietstassen, in acht maanden tijd Europa doorfietsen. Aan het einde van zijn trip kwam hij terug en vertelde zijn verhaal.
Een verlegen meisje uit China knipte met een nagelschaartje een prachtig kunstwerk en gaf het aan mij. De betere Chinese chirurgische precisie. Een Argentijn had alle attributen en ingrediënten meegenomen om de nationale oudemannendrank met me te drinken en een groenharige hippie uit Brighton liet me de Amsterdamse krakersscene zien. Een conservatieve Texaan deelde voor het eerst van zijn leven een goocheltruc en een meisje uit Finland leerde me een traditioneel Fins pianonummer.
Terwijl ik rustig in mijn huis zit, komt de wereld bij me langs. De ontmoetingen zijn kort, meestal twee tot vier dagen, en door die voorbijgaande aard zijn mensen bereid veel over hun leven te delen.
Nog steeds heb ik contact met een handjevol van mijn surfers. Volgend jaar ben ik zelfs uitgenodigd op een bruiloft in Polen.
Foto: sinds kort vraag ik mijn surfers een fictieve postzegel te ontwerpen die zij representatief vinden voor hun land.
Vacature: straatnamenbedenker
Laatst reed ik over de Laan der lenigheid via de dorpsdrietonde naar de Weg van de weifeling. De tocht geschiedde per viltstift in een stad die nooit zal bestaan.
Het is jaloersmakend hoeveel haast onverhulde creatielol er aan sommige straatnamen kleeft. Je zou graag aanwezig zijn bij de vergaderingen die ten grondslag liggen aan grappige straatnamen. Volgens mij wordt daar heel wat afgelachen. Wat te denken van het Goed geluimd hof? Of Gaandeweg? Of het Gebed zonder End?
Straatnamenbedenker. Zou het een officieel beroep zijn? Ik denk het niet. Maar wat niet is, kun je wel in het leven roepen. Zo zat ik pas met twee A4'tjes, een pen en een zwarte stift een volkomen fictieve stad te designen opgebouwd uit straten met rare namen, zoals het Hof der complimenten, de Lineaallaan en de Straat der straten (gesitueerd in de wijk der rechtlijnigheid). Ik probeerde de straten zoveel mogelijk naar zichzelf te laten verwijzen. Zo eindigt de Weg van de weifeling in een groot vraagteken, de Isolementskade is op geen enkele manier verbonden met andere straten en de Cul de sac der correchtheid is een doodlopende weg die de vorm aanneemt van een grote 'Check!!!'-vink. Ook dubbelingen in namen zijn te verleidelijk niet te gebruiken: de Van der Laan laan, het Vonhof hof of de Zijde zijde. Als je alle straten hebt gemaakt, kun je de tussenliggende ruimte inkleuren, zodat de straten meer uit je tekening springen.
Wat levert het je op? Goede vraag. Behalve een erg leuke avond aan de tekentafel, verruimt het ook je blik: hoe is een stad precies opgebouwd en wat zijn populaire thema's voor straatnamen en welke (waarschijnlijk) helemaal niet? Dat er geen themawijken zijn van psychiatrische stoornissen of natuurrampen, is te begrijpen. Maar waarom is er geen 'Wijk van extase'? Met de Geweldigstraat, de Denderenddreef en de Waanzinnigweg. Kortom: het leidt tot verwondering binnen de bebouwde kom. Een als je je fictieve stad ook nog op een prominente plek ophangt (zoals ik tegen de achterwand van de wc), dan kan dat meteen een leuk gesprek opleveren met je gasten over de meest bizarre straatnamen en de fijne mogelijkheid een postbus te kunnen nemen als uitvlucht wanneer je een gênant adres hebt.
Het is jaloersmakend hoeveel haast onverhulde creatielol er aan sommige straatnamen kleeft. Je zou graag aanwezig zijn bij de vergaderingen die ten grondslag liggen aan grappige straatnamen. Volgens mij wordt daar heel wat afgelachen. Wat te denken van het Goed geluimd hof? Of Gaandeweg? Of het Gebed zonder End?
Straatnamenbedenker. Zou het een officieel beroep zijn? Ik denk het niet. Maar wat niet is, kun je wel in het leven roepen. Zo zat ik pas met twee A4'tjes, een pen en een zwarte stift een volkomen fictieve stad te designen opgebouwd uit straten met rare namen, zoals het Hof der complimenten, de Lineaallaan en de Straat der straten (gesitueerd in de wijk der rechtlijnigheid). Ik probeerde de straten zoveel mogelijk naar zichzelf te laten verwijzen. Zo eindigt de Weg van de weifeling in een groot vraagteken, de Isolementskade is op geen enkele manier verbonden met andere straten en de Cul de sac der correchtheid is een doodlopende weg die de vorm aanneemt van een grote 'Check!!!'-vink. Ook dubbelingen in namen zijn te verleidelijk niet te gebruiken: de Van der Laan laan, het Vonhof hof of de Zijde zijde. Als je alle straten hebt gemaakt, kun je de tussenliggende ruimte inkleuren, zodat de straten meer uit je tekening springen.
Wat levert het je op? Goede vraag. Behalve een erg leuke avond aan de tekentafel, verruimt het ook je blik: hoe is een stad precies opgebouwd en wat zijn populaire thema's voor straatnamen en welke (waarschijnlijk) helemaal niet? Dat er geen themawijken zijn van psychiatrische stoornissen of natuurrampen, is te begrijpen. Maar waarom is er geen 'Wijk van extase'? Met de Geweldigstraat, de Denderenddreef en de Waanzinnigweg. Kortom: het leidt tot verwondering binnen de bebouwde kom. Een als je je fictieve stad ook nog op een prominente plek ophangt (zoals ik tegen de achterwand van de wc), dan kan dat meteen een leuk gesprek opleveren met je gasten over de meest bizarre straatnamen en de fijne mogelijkheid een postbus te kunnen nemen als uitvlucht wanneer je een gênant adres hebt.
maandag 25 juli 2016
Poëzie voor de geheime dienst
Een triomfantelijk paarse trui, een fotokopie van het oneindige, een eeuwigheid is als het gevoel van vallen in een gat. Aparte associaties? Klopt! Dit zijn allemaal voorbeelden van blackout poerty.
In sommige landen gebeurt het nog steeds: de geheime dienst maakt enveloppen open, leest de brief, streept de onwelkome passages door met een onverbiddelijke zwarte stift, plakt de enveloppe weer dicht en laat het nietszeggende tegoed afleveren bij de geadresseerde.
Onlangs kwam ik erachter dat deze streepactiviteit ook iets heel moois kan opleveren: poëzie!
Het werkt zo: pak een willekeurige pagina van een krant, een suffertje of een derdehands boek. Ga op die pagina op zoek naar woorden die een mooi, verrassend of absurdistisch geheel vormen. Onderstreep die woorden met porloot. Het liefst niet meer dan één woord per keer, zodat alle woorden ook echt op zichzelf staan en jouw tekst op geen enkele manier verbonden is met de originele tekst. Als je het idee hebt dat je alle woorden die je wilt gebruiken met potlood hebt onderstreept, check je of ze ook echt een mooi en goedlopend geheel vormen. De woorden moeten in de normale leesrichting kloppen. Alles ok? Dan is het tijd om de geheime dienst beambte in je naar boven te laten komen. Neem een zwarte stift ter hand en streep alle niet bruikbare passages door. Gum vervolgens de potloodstreepjes onder je witte woorden weg, et voilá: een artistiek residu van woorden.
Voor mij werkt blackout poetry verslavend. Het is een soort cryptogram waarbij creativiteit om de hoek komt kijken. Je schrijft zonder één letter op papier te zetten. Je stuurt de tekst en de tekst wordt tegelijkertijd gestuurd. Soms mis je nét dat ene woord om je zin tot een volmaakte voltreffer te maken. Dan zit er maar één ding op: je oorspronkelijke plan overboord gooien en je voegen naar de grenzen van de tekst. En dan blijken die grenzen soms enorme mogelijkheden te bezitten, want als je niet kunt schrijven wat je wilt, dan moet je roeien met de riemen die je hebt en dat leidt tot woordcombinaties die je nooit spontaan zou bedenken en die wellicht ook nog nooit op de wereld zijn bedacht. Mooie verrassingen.
Het is een leuke activiteit om met een groepje vrienden te doen: geef iedereen twintig minuten, een pagina en een stift en bekijk na afloop welke vondsten er gevangen liggen in een uiteenzetting over de zwenkmarges van vrachtwagens. Wil je er een echte artistieke competitie van maken? Kopieer dan een aantal keer dezelfde pagina en laat je verbazen over de diversiteit van de uitkomst.
Geef je oude krant een tweede leven. Bekijk hier een tutorial:
In sommige landen gebeurt het nog steeds: de geheime dienst maakt enveloppen open, leest de brief, streept de onwelkome passages door met een onverbiddelijke zwarte stift, plakt de enveloppe weer dicht en laat het nietszeggende tegoed afleveren bij de geadresseerde.
Onlangs kwam ik erachter dat deze streepactiviteit ook iets heel moois kan opleveren: poëzie!
Het werkt zo: pak een willekeurige pagina van een krant, een suffertje of een derdehands boek. Ga op die pagina op zoek naar woorden die een mooi, verrassend of absurdistisch geheel vormen. Onderstreep die woorden met porloot. Het liefst niet meer dan één woord per keer, zodat alle woorden ook echt op zichzelf staan en jouw tekst op geen enkele manier verbonden is met de originele tekst. Als je het idee hebt dat je alle woorden die je wilt gebruiken met potlood hebt onderstreept, check je of ze ook echt een mooi en goedlopend geheel vormen. De woorden moeten in de normale leesrichting kloppen. Alles ok? Dan is het tijd om de geheime dienst beambte in je naar boven te laten komen. Neem een zwarte stift ter hand en streep alle niet bruikbare passages door. Gum vervolgens de potloodstreepjes onder je witte woorden weg, et voilá: een artistiek residu van woorden.
Voor mij werkt blackout poetry verslavend. Het is een soort cryptogram waarbij creativiteit om de hoek komt kijken. Je schrijft zonder één letter op papier te zetten. Je stuurt de tekst en de tekst wordt tegelijkertijd gestuurd. Soms mis je nét dat ene woord om je zin tot een volmaakte voltreffer te maken. Dan zit er maar één ding op: je oorspronkelijke plan overboord gooien en je voegen naar de grenzen van de tekst. En dan blijken die grenzen soms enorme mogelijkheden te bezitten, want als je niet kunt schrijven wat je wilt, dan moet je roeien met de riemen die je hebt en dat leidt tot woordcombinaties die je nooit spontaan zou bedenken en die wellicht ook nog nooit op de wereld zijn bedacht. Mooie verrassingen.
Het is een leuke activiteit om met een groepje vrienden te doen: geef iedereen twintig minuten, een pagina en een stift en bekijk na afloop welke vondsten er gevangen liggen in een uiteenzetting over de zwenkmarges van vrachtwagens. Wil je er een echte artistieke competitie van maken? Kopieer dan een aantal keer dezelfde pagina en laat je verbazen over de diversiteit van de uitkomst.
Geef je oude krant een tweede leven. Bekijk hier een tutorial:
Wat is geluk binnen de bebouwde kom?
Tijd en geld. Maar al te vaak sluiten deze twee begrippen elkaar uit. Carrièretijgers werken vaak zó hard dat ze weliswaar een goed gevulde bankrekening hebben, maar nauwelijks tijd hebben om ook te genieten van de zaken waaraan ze hun geld besteden. Echte workaholics versnipperen soms in één keer drie maandensalarissen om in een torenhoog euro-per-seconde-ratio keihard te genieten van een exotische vakantie, om zich daarna weer onder het juk van de routine onmisbaar te maken in het bedrijfsleven.
Royaal in je tijd zitten leidt soms tot verveling. Zeker als je altijd bent gewend amusement te kopen en dat ineens niet meer kan, bijvoorbeeld doordat je je baan bent verloren. Onlangs belde een oud-klasgenoot me op: ze was haar baan bij een vooraanstaand bedrijf verloren. Naast solliciteren, wilde ze heel graag 'genieten van al die heerlijke tijd, het liefst op een zo goedkoop mogelijke manier'. Maar hoe? Kon ik haar misschien adviseren? Ze herinnerde me aan een uitspraak die ik ooit gedaan had: 'Sommige mensen zijn verslaafd aan geld, ik ben verslaafd aan tijd'. Als bijna dertigjarige vrouw, had ze nog nooit geleerd zichzelf op een niet-monetaire manier te vermaken, daarom hoopte ze dat ik haar kon vertellen hoe ze zichzelf bezig kon houden.
Ik vertelde mijn vrienden hoe ik mijn oud-klasgenoot had geadviseerd: loop door je wijk met een camera om de 'prachtige lelijkheid' artistiek vast te leggen en deel je foto's online, houd een droomdagboek bij, creëer je eigen gedicht door in een krantenartikel systematisch alle niet-bruikbare woorden door te strepen en een artistiek residu over te houden (deze streepkunst heet blackout poetry), ga voedselpakketten inpakken bij de voedselbank, nodig de wereld uit op je bank met couchsurfing, ga één middagje vermomd als dakloze bij een supermarkt staan om te ervaren hoe het is je hand op te houden, schrijf je in voor een proefles voor een sport die je afschuwelijk lijkt, etc. Wat bleek? Veel van mijn vrienden gaven aan geen van deze suggesties ooit zelf geprobeerd te hebben, het zou zelfs niet in hun hoofd opgekomen zijn. De meesten werden erg geïnteresseerd in mijn manier om me te vermaken met gratis entertainment.
De reacties van mijn vrienden hebben me aan het denken gezet. Blijkbaar is de manier waarop ik mijn vrije tijd invul niet-alledaags. Op deze blog Geluk binnen de bebouwde kom wil mijn visie op een waardevolle vrijetijdsbesteding delen. Ik geloof dat er zo veel avontuur, verrijking en creatieve momenten te vinden zijn op een steenworp afstand van eenieders huis. En dan kan een gelimiteerd budget een voorrecht zijn. Je activiteiten worden creatiever, het contact met anderen echter, je blik op de wereld gaat open en je comfortzone wordt groter doordat je uit je comfortzone durft te stappen.
Royaal in je tijd zitten leidt soms tot verveling. Zeker als je altijd bent gewend amusement te kopen en dat ineens niet meer kan, bijvoorbeeld doordat je je baan bent verloren. Onlangs belde een oud-klasgenoot me op: ze was haar baan bij een vooraanstaand bedrijf verloren. Naast solliciteren, wilde ze heel graag 'genieten van al die heerlijke tijd, het liefst op een zo goedkoop mogelijke manier'. Maar hoe? Kon ik haar misschien adviseren? Ze herinnerde me aan een uitspraak die ik ooit gedaan had: 'Sommige mensen zijn verslaafd aan geld, ik ben verslaafd aan tijd'. Als bijna dertigjarige vrouw, had ze nog nooit geleerd zichzelf op een niet-monetaire manier te vermaken, daarom hoopte ze dat ik haar kon vertellen hoe ze zichzelf bezig kon houden.
Ik vertelde mijn vrienden hoe ik mijn oud-klasgenoot had geadviseerd: loop door je wijk met een camera om de 'prachtige lelijkheid' artistiek vast te leggen en deel je foto's online, houd een droomdagboek bij, creëer je eigen gedicht door in een krantenartikel systematisch alle niet-bruikbare woorden door te strepen en een artistiek residu over te houden (deze streepkunst heet blackout poetry), ga voedselpakketten inpakken bij de voedselbank, nodig de wereld uit op je bank met couchsurfing, ga één middagje vermomd als dakloze bij een supermarkt staan om te ervaren hoe het is je hand op te houden, schrijf je in voor een proefles voor een sport die je afschuwelijk lijkt, etc. Wat bleek? Veel van mijn vrienden gaven aan geen van deze suggesties ooit zelf geprobeerd te hebben, het zou zelfs niet in hun hoofd opgekomen zijn. De meesten werden erg geïnteresseerd in mijn manier om me te vermaken met gratis entertainment.
De reacties van mijn vrienden hebben me aan het denken gezet. Blijkbaar is de manier waarop ik mijn vrije tijd invul niet-alledaags. Op deze blog Geluk binnen de bebouwde kom wil mijn visie op een waardevolle vrijetijdsbesteding delen. Ik geloof dat er zo veel avontuur, verrijking en creatieve momenten te vinden zijn op een steenworp afstand van eenieders huis. En dan kan een gelimiteerd budget een voorrecht zijn. Je activiteiten worden creatiever, het contact met anderen echter, je blik op de wereld gaat open en je comfortzone wordt groter doordat je uit je comfortzone durft te stappen.
Abonneren op:
Posts (Atom)